Manukahoning: MGO-classificatie & de Wetenschappelijke definitie van de Nieuw-Zeelandse overheid

Op iedere pot honing van Manuka Doctor zit een etiket met getallen waaruit de sterkte van het MGO-gehalte blijkt en waarop wordt bevestigd dat het om originele Manukahoning gaat.

Wil je precies weten wat dit allemaal betekent? We vroegen de experts om uitleg te geven over de getallen en waarom deze op de etiketten staan.

Manuka Honey Testing

Wat wordt met “MGO” in Manukahoning bedoeld?

Het grote nummer aan de voorkant van iedere pot honing van Manuka Doctor is de MGO-classificatie. Dit geeft de sterkte van de antimicrobiële activiteit van de honing weer.

MGO is een afkorting voor methylglyoxaal, een chemische stof die van nature voorkomt in honing die is gemaakt uit nectar die vergaard is in de Manukastruik. Uit wetenschappelijke testen is gebleken dat deze chemische stof antimicrobiële eigenschappen heeft; hoe hoger het gehalte in de honing, des te groter de kracht om virussen en bacteriën te bestrijden.1

De MGO-schaal begint rond de 30 en gaat tot 840. Als een algemene regel geldt dat honing met een MGO-classificatie tussen de 30 en 70 ideaal is voor dagelijks gebruik. Honing met een MGO-classificatie tussen de 100 en 240 is goed voor een extra boost, en alles boven de 340 is een product met maximale kracht voor incidenteel gebruik wanneer je het echt nodig hebt.

Hoe weten we welke MGO-classificatie iedere pot honing heeft?

Dr. Young Mee Yoon, Chief Technical Officer bij Manuka Doctor, legt uit: “De MGO-classificatie wordt vastgesteld door een wetenschappelijke chemische analyse waarbij naar drie verschillende chemische substanties in de honing wordt gekeken. Het resultaat vertelt ons het activiteitsniveau van de honing”.

Young Mee Manuka Doctor

“Al onze honing wordt getest om de MGO-classificatie vast te stellen. Eerst in Nieuw-Zeeland, met onze eigen hoogwaardige apparatuur, en vervolgens, wanneer de honing in het Verenigd Koninkrijk arriveert, wordt deze nogmaals getest in een onafhankelijk laboratorium. Hierdoor kunnen we garanderen dat de MGO-classificatie op het etiket correct is en de honing daadwerkelijk dit gehalte bevat.”

Manukahoning uit Nieuw-Zeeland - de wetenschappelijke definitie

Iedere pot honing van Manuka Doctor is voorzien van een etiket waarop wordt bevestigd dat de honing voldoet aan de strikte definitie van Manukahoning, zoals vastgesteld door de Nieuw-Zeelandse overheid en dat de honing geteste, gecertificeerde Manukahoning is (“Tested Certified Manuka”).

Dit betekent dat iedere zending in een onafhankelijk laboratorium is getest op vijf belangrijke markers, waarmee wordt bewezen dat de honing is vervaardigd uit nectar die door de bijen uit de bloemen van de Manukastruik is gehaald. De markers bestaan uit vier van nature voorkomende chemische stoffen en één DNA-marker van Manukapollen.

Monofloraal of multifloraal – en veel getallen!

Op onze potten wordt ook vermeld of de honing “monofloraal” of “multifloraal” is. Dit vertelt jou of de honing is gemaakt van nectar die voornamelijk uit de Manukastruik (monofloraal) werd gehaald, of uit een combinatie van Manuka en andere bloemen (multifloraal).

Testing Manuka Honey

Via onafhankelijke testen wordt vastgesteld hoeveel van iedere marker in iedere partij honing aanwezig is. Op basis van deze resultaten wordt bepaald of het een monoflorale of multiflorale Manukahoning is. Doorgaans bevatten de monoflorale producten een hoger gehalte van de natuurlijke chemische stoffen die met de Manukastruik worden geassocieerd.

Welke wetenschap ligt ten grondslag aan de officiële definitie van monoflorale en multiflorale Nieuw-Zeelandse Manukahoning?

Er zijn vijf belangrijke markers waarmee wordt geïdentificeerd of de Manukahoning monofloraal of multifloraal is. De eerste vier zijn chemische markers die bekend staan als fenolzuren. De volledige namen zijn: 3-Fenyllactisch zuur, 2-Methoxyacetofenon, 2-Methoxybenzoëzuur en 4-Hydroxypheyllactisch zuur. Je snapt waarom de namen niet op onze etiketten passen!

In plaats daarvan staat op iedere pot honing van Manuka Doctor de minimumgehaltes die de honing van elke stof bevat, met hun afgekorte namen: 3-PLA, 2-MAP, 2-MBA en 4-HPLA.

Om als “monofloraal” te worden geclassificeerd, moet de honing ten minste 400mg/kg 3-PLA en 5mg/kg 2-MAP bevatten, plus minstens 1 mg/kg van de andere twee stoffen. “Multiflorale” Manukahoning bevat tussen de 20 en 400 mg/kg 3-PLA en minstens 1 mg/kg van de andere drie stoffen.

Alle honing die als “Manuka” uit Nieuw-Zeeland wordt geëxporteerd, moet ook een DNA-marker van Manukapollen bevatten, waardoor wordt aangetoond dat de nectar uit de Manukastruik is gehaald. Daarom staat er ook op iedere pot honing van Manuka Doctor: “NA < Cq 36” – Dit is een wetenschappelijke aanduiding die aangeeft dat de aanwezigheid van Manuka-DNA door een onafhankelijk laboratorium is bevestigd.

Hoe worden de testen uitgevoerd?

Slechts twee onafhankelijke laboratoria in Nieuw-Zeeland zijn door de Nieuw-Zeelandse overheid goedgekeurd om onafhankelijke testen uit te voeren om de aanwezigheid van Manuka te controleren.

Jonno Hill is CEO van één van de goedgekeurde labs, Hill Laboratories. Hij vertelt: “We testen op de vier chemische markers met gebruikmaking van een door de overheid aanbevolen, chemische-analysetechniek, met de naam vloeistofchromatografie-massaspectrometrietechniek of LC-MS (liquid chromatography–mass spectrometry). Het is een zeer analytische techniek die duur is, maar zeer betrouwbaar en enorm precies en wetenschappelijk. Hierdoor is de test vrij van interferentie die tot onnauwkeurige resultaten zou kunnen leiden”.

“Voor de DNA-test gebruiken we een analytische techniek genaamd kwantitatieve PCR. Ook deze test wordt door de regering aanbevolen. We gebruiken diverse methodes binnen het bedrijf, en dit is een technologie die al zeer lang in gebruik is en die zeer betrouwbaar wordt geacht wat betreft de nauwkeurigheid.”

Bron:

  1. Grainger M, Owens A, Manley-Harris M, et al. Kinetics of conversion of dihydroxyacetone to methylglyoxal in New Zealand mānuka honey: Part IV – Formation of HMF. Food Chemistry. 2017;232:648-655. https://doi.org/10.1016/j.foodchem.2017.04.066